Woensdag 14 tot en met vrijdag 16 november is er in zeven landen een zogenoemde flashmobonderzoek uitgevoerd naar de zorgen die een patiënt heeft gedurende de eerste 24 uur in het ziekenhuis. In Nederland werkte ook het Maasziekenhuis hier aan mee.
Onderzocht wordt of artsen, naast de medische noodzakelijke zorg, ook voldoende aandacht hebben voor zorgen die patiënten buiten het ziekenhuis hebben die van invloed kunnen zijn op hun herstel.
Waar worstelt patiënt mee?
Zorgen zoals wie zorgt er thuis voor mijn zieke partner? Ik heb een eigen bedrijf en wil snel weer weg hier. Wie zorgt er voor mijn huisdieren? Ik kan niet blijven, ik moet de kinderen uit school halen. Of studenten die in een examenweek zitten. Allemaal zaken en gedachten die een patiënt volledig in beslag kunnen nemen. Weet het medisch personeel op de spoedeisende hulp waar hun patiënten mee worstelen? En hebben patiënten het gevoel dat hun arts wéét wat het belangrijkst voor hen is? Moeten ze daar rekening mee houden?
Pim Keurlings, huisarts en coördinerend onderzoeker, deed al eerder flashmob-onderzoeken in het Maasziekenhuis.
Het is belangrijk dat artsen en verpleegkundigen goed luisteren naar de patiënt en ook aandacht hebben voor wat patiënt op dat moment bezighoudt. Dit kan leiden tot betere klinische resultaten en een grotere patiënttevredenheid. Hoofddoel is om de resultaten en ervaringen van patiënten te verbeteren.
Flashmobonderzoek
De onderzoeksmethode is gebaseerd op het concept van Flashmobs: een schijnbaar plotse bijeenkomst van een groep mensen op een specifieke plaats. Er zijn ook patiënten bevraagd uit het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Denemarken, Zwitserland, Singapore en Hong Kong. Hierdoor komt er in één keer veel informatie over dit specifieke onderwerp binnen vanuit heel de wereld.
Zodra het onderzoek is afgerond worden de uitkomsten gepubliceerd.
