Vandaag staat Gennep opnieuw in de schijnwerpers. Niet vanwege een of ander grandioos evenement of een politieke blunder, maar om iets dat zo Nederlands is als kaas of fietsen in de regen: de Sinterklaasintocht.
Een festijn dat ons jaarlijks overspoelt met pepernoten, chocoladeletters en – als we geluk hebben – een oude man met een baard zo wit als sneeuw, die zijn evenwicht probeert te bewaren op een hobbelend paard dat bijna over de kinderkopjes struikelt.
De jaarlijkse discussie over Sinterklaas is dit keer geen gevolg van een verhit debat over de kleur van Piet. Nee, we gaan het over geld hebben, en dan bedoel ik niet die chocolademuntjes, want wat blijkt?
De intocht staat op de tocht!
Een aantal geldschieters heeft besloten om het kinderfeest de zak te geven. Waarom? Geldgebrek, natuurlijk. In tijden van economische onzekerheid is voorzichtigheid met de centen een logische zet.
“Ik ben toch zeker Sinterklaas niet.
Er staat geen geldboom in mijn tuin.
Ik ben Sinterklaas niet.
Ik heb een negatief fortuin.
Als er straks bankbiljetten groeien op mijn rug,
ben jij de eerste die het hoort; kom dan nog maar eens terug.”
De energiecrisis heeft de lokale ondernemers getroffen. In deze tijden van financiële onzekerheid spelen mensen liever geen Sinterklaas meer. Diepe zakken van lokale ondernemers zijn nu net zo zeldzaam als een Piet met een zwart geschminkt gezicht.
Ik zou willen zeggen dat ik verbaasd ben, dat het als een surprise komt, maar eerlijk gezegd verbaast me dit helemaal niets. Het lijkt erop dat onze geliefde tradities steeds vaker worden bedreigd door de onverbiddelijke hand van de economie.
Sinterklaas heeft altijd wel manieren gevonden om uitdagingen te overwinnen, dus laten we hopen dat hij nog wat financiële trucs uit zijn mijter kan toveren om dit kinderfeest overeind te houden. Want in deze tijden van crisis hebben we die sprankel van magie en vreugde meer dan ooit nodig.
Dwarsliggert
